Vanuit ons hemelbed staan we in vol contact met de natuur; het geluid van de oceaan komt bulderend ons platform-met-puntdak binnen, nog meer sterren dan vorige nachten schitteren aan de hemel (met totale desorientatie tot gevolg, want zelfs de grote beer - en dus de poolster - is nauwelijks te herkennen). De vogels, krekels, howler monkeys en ander gespuis laten uitgebreid van zich horen. We zijn het erover eens; dit is het paradijs. De volgende ochtend bestijgen we de 300-nog-wat trappen van de "stairway to heaven" (daar waren we toch al?) en besluiten op de top, in plaats van de makkelijke korte route met waterval naar rechts, linksaf te slaan. Vijf uur later vinden we onze weg terug na een barre tocht over moddigere steile paadjes door de jungle op de grens met Corcovado National Park, opgegeten door bloeddorstige mieren en bekogeld door spidermonkeys, die zich (opnieuw) niet lieten fotograferen. Natuur is buitengewoon prachtig, maar soms meedogenloos, of was het de zwaartekracht, want de zonnekap van de nieuwe zoomlens donderde/rolde met veel gekling-klong-kletter de steile berghelling af.
Net als de vorige dag, koelden we onszelf in zee, terwijl de zon onderging en pelikanen strak langs de branding scheerden. Het eten was weer heerlijk, kost wat, maar dan krijg je ook wat, en zoals bijna elke dag, lagen we er rond negen uur weer in.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten